Herdenkingsmonument Synagoge
De
herdenking van de bevrijding van Coevorden ging 5 april 1985 gepaard met de
onthulling van een monument. Een monument voor de joodse inwoners die in de
nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden weggevoerd. De onthulling ging vooraf aan
een aantal toespraken in de Nederlands Hervormde Kerk.
De heer H. Besselse, voorzitter van het Comité Joods Gedenkteken Coevorden, begeleide de plechtigheid en leidde de sprekers in, onder wie commissaris van de Koningin dr. Ir. A.P. Oele, die het monument onthulde. Bij de onthulling van het monument waren verder aanwezig voormalig burgemeester drs. W.K. Hoekzema in zijn toenmalige functie als staatssecretaris van Defensie, ambassadeurs van België en Polen, Rabbijn S. Evers van het Opperrabbinaat Utrecht en de Canadese militairen Reillt en McKinney.
Het Nieuw Israelietisch Weekblad bracht het nieuws over het monument op 18 januari 1985 als volgt "Coevorden krijgt, veertig jaar na de bevrijding, een monument ter nagedachtenis van haar in de tweede wereldoorlog vermoorde joodse inwoners. Het gedenkteken, een non-figuratieve stalen sculptuur, is ontworpen en gemaakt door de Coevorder kunstenaar Wouter van Rossum en zal worden geplaatst tegen de buitenmuur van de in 1976 gerestaureerde negentiende-eeuwse synagoge, thans in gebruik als muziekschool".
Het monument was een initiatief van het Comité Joods Gedenkteken Coevorden, oprichter en secretaris was de heer D. Broeren. In 1978 vestigde Broeren zich in Coevorden en had zich in het joodse leven verdiept en sinds die tijd liep hij ook met het plan rond voor een joods monument. Nadat hij het plan had voorgelegd aan de burgemeester van Coevorden, mr. L.H.B. Spahr van der Hoek werd een comité gevormd van vijf Coevordenaren. Het comité bestond naast Broeren uit de heren H. Besselse, J. Halfwerk, J. Plasman, en O.H. Vermeulen. De gelden voor het monument werden vergaard door collectes onder de bevolking. Zo werd door de inwoners van Coevorden 9200 gulden opgebracht voor het monument, dat ongeveer twaalfduizend gulden zou gaan kosten. Het resterende bedrag werd door de plaatselijke banken geschonken.
Tijdens
de bijeenkomst in de Nederlands Hervormde Kerk trok Rabbijn S. Evers van het
Opperrabbinaat Utrecht een vergelijking tussen de uittocht uit Egypte en de
woorden op het monument: Gedenk, Vergeet Niet. Van Rossum had een abstract
metalen sculptuur gemaakt, die het metselverband van de voormalige synagoge
benadrukt. Het ovale object heeft rechthoekige uitsparingen. Het gat in het
midden van het monument symboliseert de blijvend lege plaats die de omgekomen
joden in de Coevorder gemeenschap hebben achtergelaten. De muur waarop het
object bevestigd is, is het voormalige woonhuis van de rabbi in Coevorden.
Tijdens de onthulling ontbrak nog de koperen gedenkplaat met de namen van de
130 joodse inwoners die in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden weggevoerd.
De plaat zou op 2 of 3 oktober 1985, de dag van de razzia, links van de
sculptuur worden bevestigd. De tekst op de plaat luidt: "Namen van joodse
stadsgenoten omgebracht in de jaren 1940- 1945" waaronder de namen en geboortedata
van de 124 joodse slachtoffers staan vermeld. Verder staat op de plaat "een
eeuwige naam zal ik hun geven, die nooit zal worden uitgeroeid. Jesaja 56-58".